Eigenlijk ben ik helemaal niet zo’n televisiekijker, maar toch installeer ik me al een aantal seizoenen zeer regelmatig samen met mijn oudste ’s avonds rond half tien voor de tv om naar ‘Ik vertrek’ te kijken. Lekker samen op de bank: hij een cola, ik een wijntje. Met een bak chips tussen ons in zijn we er dan helemaal klaar voor om ons te verkneukelen over de belevenissen van onze landgenoten die de sprong wagen om in het buitenland een Bed and Breakfast, een hotel of een minicamping te beginnen.
Heerlijk! En het leukste van al is misschien wel dat je het telkens weer aan ziet komen: het moment waarop de vergunningen voor de exploitatie van het hotel dat is gekocht nog steeds niet door de gemeente worden afgegeven, de aannemer die gewoon stomweg niet komt opdagen terwijl het hoogseizoen over twee weken begint en dat schattige beekje dat na de eerste beste regenbui verandert in een soort van Schelde-Rijnkanaal..
Leedvermaak voor gevorderden? Is het dát wat ons telkens weer aan de buis kluistert? Zou het echt zo zijn dat we in Nederland massaal zitten te genieten van de pech en tegenslag van onze landgenoten die hun droom proberen te verwezenlijken in het buitenland?
Leedvermaak staat vast en zeker garant voor een deel van het succes van het programma, want eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik toch een lichte teleurstelling voel als er – een enkele keer – een familie is die alles goed heeft voorbereid en min of meer fluitend zijn plannen ten uitvoer brengt, waarbij ze dan ook nog eens gewoon de taal van hun nieuwe thuisland voldoende beheersen. Want zeg nou zelf: eigenlijk heb je na het kijken van zo’n aflevering toch een beetje het gevoel dat er nog iets moet gebeuren. Dat er op het allerlaatste moment nog iets helemaal mis moet gaan.
Toch vermoed ik dat er nog een andere reden is waardoor ik (en wellicht heel wat andere kijkers met mij) zo dol ben op het programma.
Want zeg eens eerlijk: heb jij dat nooit? Dat je op vakantie bent in een land met ongelooflijke lappen grond die ogenschijnlijk van niemand zijn en die daar maar mooi liggen te zijn in dat fantastische landschap. En die prachtige, ietwat vervallen huizen, waar je echt een geweldig Bed and Breakfast van zou kunnen maken. In gedachten zie je het interieur al voor je: witgepleisterde muren waardoor de oude balken en authentieke details van het huis zo prachtig uitkomen, die brocante meubeltjes van dat leuke marktje waar je vorige week nog was, en dat alles gecombineerd met geweldige badkamers. Of je ziet je gasten al genieten voor hun chaletje, tent of pipowagen op jouw spiksplinternieuwe camping aan de voet van de Pyreneeën.
Nou, dat dus! Terwijl jij er stiekempjes wel eens van droomt hoe het zou zijn, hebben die mensen uit ‘Ik vertrek’ het gewoon gedaan!
Ik ga de wasmachine nog maar eens vullen, want wij zijn net weer terug.
Tut de volgende keer,