Hier sta ik (in mijn pyjama), met een prachtig boek, “Zeeuws Meisje” van Rem van de Bosch, . Op het eerste gezicht zou je het misschien niet zeggen, maar ik ben een Zeeuws meisje. Nou ja, meisje, ik ben Zeeuws. Mijn vader en moeder zijn Zeeuws, mijn grootouders waren Zeeuws, en als je me zou vragen om deel te nemen aan een aflevering van “Verborgen Verleden,” zou je waarschijnlijk niet verder komen dan de provinciegrenzen.
Mijn oma’s waren allebei gekleed in traditionele Zeeuwse klederdracht, specifiek de katholieke Zuid-Bevelandse stijl, een andere dracht als het meisje op de foto in dit boek. Ik bewonder mijn oma’s als ongelooflijk sterke vrouwen die een leven leidden dat wij ons nu nauwelijks kunnen voorstellen. Beiden werden geboren in het begin van de 20e eeuw. Mijn ene oma kreeg 10 kinderen en mijn andere oma kreeg er 17. Beide oma’s hebben heel wat armoede gekend. De dingen waar wij ons tegenwoordig druk over maken, waren voor hen geen zorgen. Het is ongelooflijk wat zij hebben meegemaakt: oorlogen, kindersterfte, de Watersnoodramp… Dingen die wij nu als vanzelfsprekend beschouwen, zoals studeren, waren voor hen geen optie; overleven was prioriteit nummer één. Vrije tijd was een luxe die ze zich niet konden veroorloven. Elektrische apparaten zoals wasmachines, stofzuigers en koffiezetapparaten bestonden toen nog niet. Ik vraag me dan echt af, hoe deden ze dat? Ze runden grote huishoudens en moesten zien rond te komen met het geld dat ze ontvingen van hun echtgenoten. Het is moeilijk voor te stellen.
Toen ik het boek “De Weduwe” van Ellen de Vriend las, kon ik me een beetje voorstellen hoe hun leven eruit moet hebben gezien. Hoe zwaar moeten deze Zeeuwse meisjes het hebben gehad. “Zeeuws Meisje” heeft daarom voor mij een diepere betekenis. Het herinnert me eraan dat het dankzij deze twee sterke Zeeuwse vrouwen (en mijn moedertje natuurlijk) is dat ik hier ben, in vrijheid en met een overvloed aan rijkdom.
Soms is het goed om even stil te staan en te beseffen waar je vandaan komt.